Nederlands (NL)  German (DE)
Nummer:ogd0411 Datum:1350. Überlieferung:Editie Fundstelle:Oorkondenboek Groningen en Drenthe, nr. 411

Thadeko, pastoor te Uithuizen, geeft een verklaring omtrent de verdeling van enige klauwen in het redgerrecht van Uithuizen.

Quelle Recto Rückseite Übersetzung Relationen Siegel Material Literatur Index N. B.
Updat de dinghe mede mijt der tijt nicht en vergaen, de daer ghewracht worden in der tijt, het en weer sake, dat se in scriften worden ghewracht
, mosten vergaen , daer vole pericule van uutrisen , hijrumme ick , broder Thadeko , canoninck to Werum , nu ter tijt cureet toe Uuthusum ,
allen ende een yghelike bysunder , de desen tegenwordighen breef sullen seen of horen , do kundich ende openbaer , dat dre husen Godeschalc
Aylbada dryer kijnderen , als Eyse , Thiart ende Menert sullen under hoer equanimiter dats eendrachtlike delen , regeren ende beschermen al hoer
reetschapen also wal in Sibrandaclowa als in Menoldacloa ende ock in Albredacloa als Albrindamannehues of Osdinghamannehues , dat een hues wort
ghesecht. In welker dinghen vors. tuch ick cureet vors. betuge, dat mijt mijn segel, mede mijt hoer segelen als Aylwards Mensma ende Eysens
Tiartsama , als hor bichtvader bijn ghewest in den lasten. Gegeven int jaer Qnses Heren MCCCL.
Recto:
x
x
Bestand Oorkondenboek Groningen en Drenthe
Nr 411
Olim Naar een afschrift van de 15de eeuw in het rijksarchief te Groningen (Reg. 1350, no. 5).
Jahr 1350
x
x
Editie naar fae001.
x
Material papier
x
Editionen P.J. Blok e.a., Oorkondenboek van Groningen en Drente, I (Groningen 1896), nr. 411.