Hertog Albrecht geeft aan een 150 tal Vitaliebroeders vrijgeleide, op voorwaarde dat zij zijn vijanden, o. a. de stad Groningen en de aan gene zijde van de Lauwers wonenden, schade zullen toebrengen.

Ailbrecht etc. doen cont alien luden, dat wy genomen hebben ende nemen mit desen brief den Vitaelgebroeders, die op desen tijt sijn bi den grave
van Oldenburch of dairomtrent, tot anderhalf hondert persoenen toe in onser sonderlinger beschermenisse ende geven hun allen een goed, vry, vast
ende seecker geleide veylich te varen, te comen, te meerren, te keren overal in onsen lande ende in onser stadt van Staveren mit horen scepen
ende goeden om te bescadigen onse vyande, dat is te verstaen die Oostvriesen van Oostergoe ende van Westergoe, die van Groeningen, die van
Hamborch ende anders diegene, die over die Lauwers geseten sijn ende wij mit rechte veeden mogen. Dit sal gedueren een maent langh na onsen
wederseggen. In orconde desen brief ende onse segel hierop gedruckt. Gegeven in den Hage op sinte Martijnsdach in den winter anno dusent en
vierhondert.

x

x

Fonds	Oorkondenboek Groningen en Drenthe
Nr	1086
Olim	Naar het Memoriale, gemerkt: B. M. Cas. R. 1396-1402, fol. XCVIIIv in het rijksarchief te 's Gravenhage.
Jaar	1400
Datumcode	Martin

x

x

Materiaal	papier

x

Edities	P.J. Blok e.a., Oorkondenboek van Groningen en Drente, II (Groningen 1899), nr. 1086.