Nederlands (NL)  German (DE)
Nummer:ogd1068 Datum:21 mei 1400 Overlevering:Editie Vindplaats:Oorkondenboek Groningen en Drenthe, nr. 1068

De afgevaardigden van de Hanzesteden Lübeck, Hamburg, Bremen en Groningen beloven aan Keno ten Broeke en Volkmar Allens zekerheid van lijf en leven gedurende hun gijzelaarschap.

Bron Recto Dorso Vertaling Relatie Zegels Materiaal Literatuur Index N.B.
Vitlyk sy al denjenen, de dessen breff sen edder horen lesen, dat wy hovetlude van den Hensesteden, de nuu tor tid to Emede synd, alse . . . van Groningen Sweder van Winden,
Alf unde Alberd Scheling, wy loven unde reden . . . Alle desse vorgescreven stukke love wy vorgescreven hovetlude, . . . Sweder, Alf unde Alberd, in guden truwen stede unde vaste to holdende sunder jenygherleyer arghelyst. Und dat id ware is, des hebbe wy unse inghezeghele laten wytlyken geven unde hangen an dessen bref, de ghegheven is und gescreven is na Gades bord in deme vyrteyndehundersten jare des Vrydaghes darna, wen men synget Kantate twysschen Pynsten unde Paschen.
Recto:
x
x
Fonds Oorkondenboek Groningen en Drenthe
Nr 1068
Olim Naar Koppmann, Hanserecesse IV, no. 595. Ook gedrukt bij Friedlaender, Ostfr. Urkb. II, no. 1728 (oub1728).
Jaar 1400
Datumcode VpCantat
x
x
Materiaal papier
x
Edities P.J. Blok e.a., Oorkondenboek van Groningen en Drente, II (Groningen 1899), nr. 1068.