Nederlands (NL)  German (DE)
Nummer:ogd1007 Datum:12 sept. 1398 Overlevering:Editie Vindplaats:Oorkondenboek Groningen en Drenthe, nr. 1007

Enige Oostfriese en Ommelander hoofdelingen beloven hertog Albrecht van Beieren te zullen helpen tot verovering van Coevorden, Drente en Twente.

Bron Recto Dorso Vertaling Relatie Zegels Materiaal Literatuur Index N.B.
Wij, Widzel heren Ockensoen, Volmaer Allensoen, hoeftlinge tusschen der Eemse ende der Jade, Ayleko Ferhildema, Reyner Eysinga, Omeko
Snelgerssoen, Haye
Wibben, Tammo Gockinga ende Menno Howarda, hoeftlinge tusschen der Lauwers ende der Eemse, doen cond allen luden, dat wij ende elx van ons
geloeft hebben ende geloven in goeden trouwen onsen lieven genadigen heere, hertoge Aelbrecht van Beyeren, grave van Henegouwen, van Hollant,
van Zeelant ende heere van Vriesland, ende sinen nacomelingen ende erven, waer dat sake dat dieselve onse lieve heere of siin erven tot eniger
tijt becraftigen ende eysschen wilden die stede ende lant van Koevoerden mitten lande van Drente ende van Went, het waer voer hunselven of tot
des joncheren behoef van Koevoerden, daer sullen wy hun hulpich ende bistandich in wesen mit alle onser machte, tot wat tiden wij des van
sijnrewegen vermaent sullen worden, ende mit hun vyant worden des bisscops ende des gestichts van Utrecht ende alle dergheenre, die onsen lieven
heere voernoemt daerin wederstandich wouden wesen, sunder argelist. In oerconde desen brieve besegelt mit onsen segelen hieraen gehangen.
Gescreven upten twalefsten dach van der maent van Septembris int jaer ons Heren MCCC acht ende tnegentich .
Recto:
x
x
Fonds Oorkondenboek Groningen en Drenthe
Nr 1007
Olim Naar het origineel in; het rijksarchief te 's Gravenhage, hoog 14,1, breed 29 cm. Ook een afschrift aldaar in een register getiteld Oostvrieslandt (A), fol. XVI, en in een register getiteld Oostfrieslant (B), fol. XVI. Ook gedrukt bij Magnin, II 1, blz. 3.
Jaar 1398
Datumcode 1209
x
x
Ander afschrift: oar041.
x
Commentaar Aan het stuk hebben acht zegels gehangen; boven de insnijdingen voor elk zegel staat met gelijktijdige hand de naam van de zegelaar. 1. Widzel; zegel en strook afgevallen. 2. Volmaer; rond, in groene was, vertonende een wapendrager ten halven lijve, voor zich dragende een wapenschild beladen met een adelaar; randschrift: SIG. FOLMARI CAPITALIS I . .. 3. Ayleko; zegel zeer geschonden, zichtbaar is een wapenschild met een klimmende leeuw. 4. Reyner; zegel zeer geschonden; randschrift RENERVS . . . 5. Omeke; ovaal, in groene was, vertonende een lelie, randschrift: . M OMEKOIS. 6. Haye; rond, in groene was, geschonden, voorstellende een persoon te paard, voor het paard staat een menselijke figuur; randschrift verdwenen. 7. Tammo; rond, in groene was, vertonende een ridder te paard, in de rechterhand een lans met vaantje; randschrift: . . . TAMMO . . . 8. Menno; rond, in groene was, in een gothieken vierhoek een wapenschild met een klimmende leeuw; randschrift: S. MENNONIS HOWERDA CAPITALIS IN MENTERNA.
x
Materiaal papier
x
Edities P.J. Blok e.a., Oorkondenboek van Groningen en Drente, II (Groningen 1899), nr. 1007.