Nederlands (NL)  German (DE)
Nummer:ogd0962 Datum:5 juni 1397 Overlevering:Editie Vindplaats:Oorkondenboek Groningen en Drenthe, nr. 962

Burgemeesters en raad van Groningen verklaren, dat Hebele Dagghens aan haar biechtvader een jaarlijkse rente heeft geschonken uit haar huis met beschikking en dienaangaande na haar dood.

Bron Recto Dorso Vertaling Relatie Zegels Materiaal Literatuur Index N.B.
Wy, borghermestere ende raet van Groninghen, bekennen ende betughen met dezen openen breve, dat
Hebele Dagghens vor ons hevet becand, daer zie lach in horen doedbedde vor horen lesten
ende do zie noch was brukende hore zinne ende redene, dat zie hevet ghegheven ende gaf rechtlike ende redelike tot enen ewighen testamente her
Henrike Heynen zone, enen preyster tot onser Vrouwenkerke to der Ae, horen biichtvader, tyen schillinghe rente, paymentes als in Groninghe ganc
ende gave is, to nemen eweliken elkes jaers als een stadrecht is uet horen steenhues tot zinen lyve. Ende de vors. her Henric sal deghelikes vor
Hebbelen ziele ende vor Hughen ziele hores mannes biddende wezen. Ende na her Henrikes dode vors. so sal de vors. rente bliven eweliken tot enes
preysters behoef to der vors. kerke, de vor Hebelen ende Hughen bidden sal, als vors. is. Ende de gave van der vors. rente sullen hebben de
voghede van der vors. kerke tot ewighen daghen. Dit vors. steenhues is gheleghen to norden by der Ae by Egberd Wilghen steenhues, dat an de
zuedzide leghet. Dat orkunde wy met onser stad seghele. Ghegheven int jaer ons Heren dusent drehondert soven ende neghentich up sente
Bonifaciusdach, do Wicbolt Everdes, Everd Sickinc, Jarich Coppins ende Johan Rengers borghermestere waren onser stad.
Recto:
x
x
Fonds Oorkondenboek Groningen en Drenthe
Nr 962
Olim Naar het origineel in het rijksarchief te Groningen (Reg. 1397, no. 3), hoog 12, breed 22,5 cm.
Jaar 1397
Datumcode Bonifa
x
x
Editie naar par024.
x
Commentaar Het zegel is afgevallen.
x
Materiaal papier
x
Edities P.J. Blok e.a., Oorkondenboek van Groningen en Drente, II (Groningen 1899), nr. 962.