Frederik, bisschop van Utrecht, verklaart te hebben ontvangen van de overheden van de stad Utrecht de oorkonde medegedeeld onder ogd0886 en belooft die na zes jaar weer te zullen overgeven.

Frederic, bi der ghenaden Goeds bisscop tUtrecht, maken kond allen luden, die desen brieff zellen sien of horen lesen ende bekenne openbaer voer
onss ende onse nacomelinghe bisscope tUtrecht, dat wi ontfanghen
hebben van borgermeysters, scepenen, raet ende gemene oudermans van den ouden rade en van den nywen onser stat van Utrecht enen consentbrieff,
mit onser stat voirs. grote seghel beseghelt, ruerende van
sessdusent ouden scilden sprekende, van woerde te woerde, als hierna bescreven staet: . . . Volgt nr. 886 . . . Welken brieff voers. wij
gheloven voer onss ende onse nacomelinghe bisscope tUtrecht voirs. weder over te gheven onser stad van Utrecht voers., teerst dat dese ses
jaren naestcomende na inhout des consentsbrief voirg. omghecomen sijn sonder enich wederseggen. In oerkond des briefs beseghel(t) mit onsen
seghel. Gegeven int jair onss Heren dusent driehondert vijf ende tnegentich des seven ende twintichsten dages in Meye .

x

x

Fonds	Oorkondenboek Groningen en Drenthe
Nr	889
Olim	Naar het origineel in het gemeentearchief te Utrecht, no. 313, hoog 27,5, breed 45 cm.
Jaar	1395
Datumcode	2705

x

x

Commentaar	Aan het stuk hangt het gewone zegel van de Bisschop in rode was, eenigszins beschadigd.

x

Materiaal	papier

x

Edities	P.J. Blok e.a., Oorkondenboek van Groningen en Drente, II (Groningen 1899), nr. 889.