Frederik, bisschop van Utrecht, belooft aan het domkapittel te Utrecht niemand met het gericht en de goederen van Groningen te zullen belenen, noch hen of de stad Groningen, die ze in pacht heeft, daarover lastig te vallen.

Frederic, by der genaeden Godtz biscop tUtrecht, maken condt allen luden, dat wy gelooft hebben ende loven in goeden trouwen den eerbaren onzen
lieven getrouwen doemdeken ende capittel onser kercken ten Doeme tUtrecht, alsdat wy die gerichte ende goeden van Groeninghen met horen
toebehooren nyemant verleenen en sullen, noch den voors. deken ende capittel noch der stadt van Groeninghen, die de voorschreven gerechte ende
goeden in pacht hebben, hynder dairin doen en sellen, ten ware tzaecke dat dieselve gerechte ende goede den voorschreven deken ende capittel mit
rechte afgewonnen worden. In oirconde des brieffs bezegelt mit onsen zegel. Gegeven tot Renen int jair ons Heren MCCCXCIII des 16en dach in
Octobri. Presentibus de concilio prepositis sancti Petri, sancti Johannis et beatae Mariae ac do(mino) scolastico Majoris ecclesiarum
Trajectensium.

x

x

Fonds	Oorkondenboek Groningen en Drenthe
Nr	858
Olim	Naar een afschrift vervaardigd in de 17de eeuw door Adriaan van Winsen, heer van Hoencoop, in het rijksarchief te Utrecht (Prov. archief, Catal. der boekd. en bundels 2e suppl., no. 722).
Jaar	1393
Datumcode	1610

x

x

x

Materiaal	papier

x

Edities	P.J. Blok e.a., Oorkondenboek van Groningen en Drente, II (Groningen 1899), nr. 858.