Nederlands (NL)  German (DE)
Nummer:ogd0848 Datum:1393. Overlevering:Editie Vindplaats:Oorkondenboek Groningen en Drenthe, nr. 848

De overheden en ingezetenen van Oosterambt stellen in overleg met Elto en Menolt Bywinge, priesters van de proosdij te Usquert, en anderen een zeendbrief vast.

Bron Recto Dorso Vertaling Relatie Zegels Materiaal Literatuur Index N.B.
Hijr sy kundich allen luidum, ther thijt breef zyath ende horath lesen, that wy, ruchteren ende meente, mijt rede her Ellens ende Menolt
Bywinge, prestera der provestey to Usquart, ende abten, prelaten ende presteren ende wyse lude rede om nutticheit des landes eendracht-liken
sijnt verdreyn in vorworden als hijrefter screwen stondat, vor ues ende use efterkomeden eweliken to holden: In da erste da alle lude schyn
den officiael van Menster to riuchte stonda to sijn sundstoel to Usquart ney inhelde alder sijntbreven ende om da wreya and om tha bonna, fon
een doetslacht een Monster marck, to sex hand lithe een heel Monster marck, marra kase III Mijnstera scillinghe, thiu mijnre kase eyn Munstera
scillinghe. Alle thisse puncten skelma foerstonda ther fleiath in da bonna frethe ende in de fireldegum, therma aech to wrogiane ney dat
sundriuchtum, byhala thy datslachta, thy is alle tijt wroghelick. Meenetha ende overspil ende aftflitma twiska adeel ghastlikes ende
wraldiskes ende fadderscip ende wolker , alreke eyn minstera marck. Untijd werck III Mijnstera penninghe. Hwasa bina XV degum monat werdt ende
nowt, finnedeth thiu werherchnisse ney tha sijntriuchtum. Ende neen provest off prester neen luden to ladien, joff to ladia leten buta sundum.
Ende deser provesty londe van sarckslach to holden hagera , dan de alde sijntbreve wysere here. Ende alda skiurka en thajene , ther herat onder
den sundstoel to Usquart, tha schellat fuldwaen binna Usquart. Ende alle tha punten , der hijr nowt onbescrewen stondeth, tha ruchta ney
londriucht ende ne alda sundbrewum. Ende isset thet ther enich kerp wort twiska tha gastlicheit ende tha wraldisheit, tha skel eyn prester and
... sketha. Ende tha wreya to dwaen tho tha arste sund . . . tha lettera, hwet sa den nowit wroghene werth, thet skelma vernowt halda. In
eyn tiuch der warheit sa hebbe wy, her Ello ende Menolt, provesten der provestey foernoemd, onse sigille, riuchteran ende meente des
Oesteromptes sigille on dijt breeff hwengen in da jaer oses Heren MCCCXCIII.
Recto:
x
x
Fonds Oorkondenboek Groningen en Drenthe
Nr 848
Olim Naar een ms. uit het einde der 15de eeuw in de bibliotheek van het Genootschap P. E. I. P. te Groningen, ms. fol., no. 5, met zeer bedorven tekst. Gedrukt bij Driessen, blz. 471. Vertaald en verbeterd door de Haan Hettema in Bijdragen v. Gesch. en Oudheidk., dl. IX, blz. 227.
Jaar 1393
x
x
Materiaal papier
x
Edities P.J. Blok e.a., Oorkondenboek van Groningen en Drente, II (Groningen 1899), nr. 848.