Reynold van Coevorden verbindt zich zijnerzijds tot nakoming van de verplichtingen, voortspruitende uit de verpanding van het kasteel en het ambtmanschap van Lage door Arend van Hoorn, bisschop van Utrecht.

Ic, Reynold van Koevorden, ridder, doe kont ende kenlic allen luden, dat my een eerzam vader in Gode, her Arnd van Huern, . . bisschop tUtrecht, miin lieve heere, ende mynen erfghenamen, ghe
brake miins, sculdich is van gherechter witteliker scout zes ende dertich hondert goeder ouder guldener Vrancriicscher schilde ende zoven goede oude guldene Vrancriicsche schilde, goet van goude
ende gherecht van ghewichte, of die weerde daervoer in anderen goeden payment in der tijt der betalincge, daer mij siin huus ende ampt tot Laghe mit alle sinen toebehoren voer van mynen lieven heere, heren Johanne van Arkel, doe in der tijt bisscop tUtrecht ende nu bisscop tot Ludic, ende na van mynen lieven heere, heren Johanne van Vyrnenborch, dien God ghenedich zij, voer te pande ende nu in handen ghezat was. Ende want dese summe gheldes vors. in orbaer ende scout des ghestichtes van Utrecht gheleecht ende ghecomen is, zo heeft miin lieve heere, her Arnd van Huern, . . bisscop tUtrecht vorscreven, vor hem ende voer sine nacomelincge bisscope tUtrecht bi rade siinre vriende ende om orbaer siins ghestichtes vors. my ende mynen erfgenamen, ghebrake miins, vor dese vorg. summe gheldes ghezat mit zinen openen brieve op siin huys ende in sinen ampt tot Laghe, met gueden, mit luden ende mit alle sinen toebehoren vorscreven, gheliic dat ic thend heertoe daerinne gheseten hebbe, dat ampt vorscrev.en van siinre ende siinre nacomelincge weghen vorscreven te berichten ende te verwaren alse een goet amptman sculdich is te doen, in manieren ende verwarden alse hiernae bescreven staen. In den yersten . . . Alle dese punten ende vorwaerden vorscreven hebben wij , Reynoud van Koevorde ridder vorg., ende Roelof van Koevorde, heren Reynoldes zoen vorg., voer ons ende voer onse erfgenamen gheloeft ende ghesekert in goeden trouwen in rechter eedstad enen eerzamen vader in Gode heren Arende van Huern, bisscop tUtrecht, onsen lieven heere, ende synen nacomelincgen bisscopen tUtrecht vorscreven vaste, stede ende onverbrekelic te houden zonder enigherhande arghelist. In kennisse der waerheyt zo hebben wy, Reynold van Koevorde, ridder, ende Roelof, heren Reynoldes zone vorscreven, onse zeghele an desen brief ghehangen, ende hebben om die meerre vestenisse wille ghebeden enen eerzamen man heren Boldewyn, heere tot Steynvorde, heren Herman van Keppel, ridder, ende Reynoud van Koevorde, onse vriende ende maghe, desen teghenwordighen brief mit ons ende over ons te beseghelen. Ende wij, Boldwyn, heere tof Steynvorde, Herman van Keppel, ridders, ende Reynoud van Koevorde vorscreven, hebben om beden wille heren Reynoldes van Koevorde ende Roelofs, zijns zoens vorscreven, onse zeghele mit horen zeghelen an desen brief ghehancgen tot enen orkonde. Ghegheven tot Deventer int jaer ons Heren dusent driehondert zeven ende tseventich des Wonsdaghes na onser Vrouwen dach Nativitas.

x

x

Fonds	Oorkondenboek Groningen en Drenthe
Nr	658
Olim	Naar het origineel in het rijksarchief te Utrecht, afkomstig uit de Landskist te Deventer (Inv. no. 1467a), hoog 25, breed 38 cm. Ook gedrukt in het Divers. Frederici de Blankenheim, I, fol. 27.
Jaar	1377
Datumcode	EpNatMar

x

x

Commentaar

Aan het stuk hangen aan perkamenten stroken vijf ronde zegels, de eerste twee in bruine, de andere in groene was. Het eerste, zeer afgesleten, vertoont een driehoekig schild met drie vliegende arenden geplaatst, 2, 1, waarboven een helm met vlucht; randschrift: . . . OLD V . . . COVORD. Het tweede hetzelfde met het randschrift: . . OLOF VAN KOVOR DE. Het vijfde heeft slechts een arend op het schild en het randschrift: . . . LDI DOM . . . VORDEN.

x

Materiaal	papier

x

Edities	P.J. Blok e.a., Oorkondenboek van Groningen en Drente, II (Groningen 1899), nr. 658.