Marcelius van Zuidlaren, deken van Drenthe, twee der pastoors en de burgemeesters van Groningen geven een vidimus van het testament van Sweder, pastoor van Peize, van 17 September 1360, n0. 491.

Universis presencia visuris nos, Marcelius de Zuutlaren, decanus Drenthie, Meynoldus Wesseli, rector medie partis ecclesie beati Martini, Otto
Folkerding, rector ecclesie beate Marie apud Ampnem in Groninghe, ac burghimagistri ibidem facimus manifestum, quod vidimus literam
sanam et integram nec in aliqua parte viciatam, sigillis discretorum virorum domini Arnoldi, curati in Vrees, domini Henrici de Eelde, domini
Johannis, curati ibidem, domini Johannis Staelhoet, domini Thyssonis in Roden, domini Hoptati ibidem et domini Henrici Zomer in Norgh
sigillatam, cujus quidem litere tenor talis fuit et est: Volgt nr. 491. Et nos, Marcelius de Zuutlaren, Meynoldus Wesseli, Otto Folkerding ac
burghimagistri in Groninghen predicti, quia premissam literam sanam et integram vidimus et eam manibus nostris pertractavimus et de verbo ad
verbum diligenter perlegimus, ideo presentem copiam sigillis nostris sigillavimus. Datum anno Domini MCCCLXXIIII in profesto Purificationis
sancte Marie virginis .

x

x

Fonds	Oorkondenboek Groningen en Drenthe
Nr	615
Olim	Naar het origineel in het rijksarchief te Groningen (Reg. 1360, no. 1), hoog 19,5, breed 29,5 cm. Ook gedrukt bij Driessen, blz. 665.
Jaar	1374
Datumcode	vPurMar

x

x

x

Commentaar	Van de vier zegels zijn twee bewaard gebleven, nl. het gewone stadszegel met contrazegel en een klein rond zegel in groene was, vertonende in een tripas eene onherkenbare figuur met randschrift: . . ME . . . L . . . WESSELI.

x

Materiaal	papier

x

Edities	P.J. Blok e.a., Oorkondenboek van Groningen en Drente, II (Groningen 1899), nr. 615.