Andreas Herderinc van Groningen, kanunnik te Münster, geeft aan Bernardus de Hovele kwijting voor verschenen opbrengsten bij de overdracht van het archidiaconaat der Münsterse diocese in Friesland.

Andreas de Groninghen , canonicus Monasteriensis, apostolice sedis nuncius, tenore presencium
publice confiteor et recognosco me habuisse et recepisse nomine camere domini nostri pape
a manufidelibus quondam domini Bernardi de Hovele, canonici Monasteriensis, pro confirmacione, sibi per dominum Innocentium papam sextum de
archidyaconatu terre Frisie Monasteriensis dyocesis facta, pro dimidietate fructuum primi anni duodecim florenos boni auri et ponderis, de
quibus duodecim florenis ipsos quito et libero, ad hoc potestatem habens. In cujus rei testimonium presentem litteram fieri feci ac sigilli mei
appensione muniri. Datum in Monasterio anno Domini MCCCLX, XXI die mensis Junii, pontificatus ejusdem domini Innocentii divina providentia pape
sexti anno octavo.

x

x

Fonds	Oorkondenboek Groningen en Drenthe
Nr	487
Olim	Naar het origineel in het Staatsarchiv te Münster (Arch. Fürstenthum Münster, no. 701), hoog 8,2, breed 15,5 cm. Ook gedrukt bij Friedländer, Ostfries. Urkundenbuch, I, no. 80 (oub0080).
Jaar	1360
Datumcode	2106

x

x

Commentaar	Aan het stuk hangt een klein zegel, vertonende het beeld van de heilige Martinus en onder het paard een wapenschild met 3 (2, 1) vijfbladige bloemen randschrift: S . . . RDERINC.

x

Materiaal	papier

x

Edities	P.J. Blok e.a., Oorkondenboek van Groningen en Drente, I (Groningen 1896), nr. 487.