| Nummer:ogd0418 | Datum:16 maart 1352 | Overlevering:Editie | Vindplaats:Oorkondenboek Groningen en Drenthe, nr. 418 |
Reynold, heer van Coevorden en Borculo, verklaart Volkier van Echten met enige tienden te hebben beleend.
Wi , Reynold, here van Kovorde ende van Borclo, doen kundich allen luden, die desen brief zolen zien ofte
horen lesen , dat wi Volkiere van Echten hebbe belenet den tijenden van Zuutwolde , den tijenden
van Lede , den tijenden van der Linthorst , den tijenden van Sconenvelde ende den tijenden van Echten tote Zutfaenschen rechte. In orkonde dat
dese dinghe stede ende vaste siin , so hebben wi , here van Kovorde ende van Borclo vornomt , desen brief bezeghelt met onsen zeghel. Gheven int
jaer ons Heren MCCC twe ende viiftich des Vrijdaghes vor Midvasten.
horen lesen , dat wi Volkiere van Echten hebbe belenet den tijenden van Zuutwolde , den tijenden
van Lede , den tijenden van der Linthorst , den tijenden van Sconenvelde ende den tijenden van Echten tote Zutfaenschen rechte. In orkonde dat
dese dinghe stede ende vaste siin , so hebben wi , here van Kovorde ende van Borclo vornomt , desen brief bezeghelt met onsen zeghel. Gheven int
jaer ons Heren MCCC twe ende viiftich des Vrijdaghes vor Midvasten.
x
| Fonds | Oorkondenboek Groningen en Drenthe |
|---|---|
| Nr | 418 |
| Olim | Naar het origineel op den huize Echten, hoog 8,5, breed 20 cm. |
| Jaar | 1352 |
| Datumcode | VaMidvas |
x
| Commentaar | Aan het stuk hangt een klein rond, geschonden zegel in groene was, zijnde het gewone zegel van Reinold van Coevorden. |
|---|