Egbert en Egbert, prefecten van Groningen, en de schout Otto Buning bekrachtigen een overeenkomst van de landschappen Hunsingo en Fivelgo en de stad Groningen met het Gorecht over een sluis in de Hunze.

Universis Christi fidelibus presentia visuris et audituris Ecbertus, prefectus in Groninge, filius domini Adulfi, Ecbertus, prefectus, films
Godekini, et Otto, scultetus
ibidem, salutem et cognescere veritatem. Sciant tam posteri quam presentes, quod universi judices terrarum Hunsgonie, Fivelgonie et consules in
Groninge
cum hominibus de Threntawalde nostre jurisdictionis in hanc formam compositionis unanimiter concordabant, quam conscriptam vidimus et sigillis
ipsorum sigillatam ac in nulla sui parte viciatam, prout continetur inferius in hec verba. Volgt no. 272. Ad majus igitur testimonium et
certitudinem premissorum presentes literas nostris sigillis fecimus consignari. Et quia ego Ecbertus filius Godekini sigillo ad presens careo,
sigillo Ecberti filii domini Adulfi contentus sum in hac parte. Datum anno Domini MCCC vicesimo secundo in die beati Mathie apostoli .

x

x

Fonds	Oorkondenboek Groningen en Drenthe
Nr	273
Olim	Naar het origineel in het rijksarchief te Groningen (Reg. 1321, no. 1), hoog 18, breed 29 cm. Ook gedrukt bij Driessen, blz. 93 en in Tegenw. Staat van Groningen, II, blz. 181.
Jaar	1322
Datumcode	Matthi

x

x

x

Commentaar	Aan het stuk hangen aan perkamenten strooken beide goed bewaarde zegels, rond, in groene was. Het eene zegel vertoont een driehoekig schild met geruiten dwarsbalk; randschrift : S. ECBTI PFECTI I GNIG. Het andere eveneens een driehoekig schild doorsneden : 1. een halve uitkomende leeuw, 2. een adelaar; het randschrift luidt : S. OTTONIS BVNINC SCOLTETI I G .. .

x

Materiaal	papier

x

Edities	P.J. Blok e.a., Oorkondenboek van Groningen en Drente, I (Groningen 1896), nr. 273.