Oorkondenboek van Groningen en Drente

1-250 251-500 501-750 751-1000 1001-1243 Onechte stukken Aanvullingen

Terug

Nummers 1-250

cartagonr. nr. datum regest
ogd0001 1 750-1150 Schenkingen aan de abdij Fulda van goederen in Humsterland en Hunsingo.
ogd0002 2 ca. 800 Lex Frisionum.
ogd0003 3 18 juni 820 Theodgrim schenkt aan de abdij Werden zijn erfgoed in villa Aarlo in Drenthe.
ogd0004 4 7 en 10 nov. 858 Folckerus, monnik te Werden, schenkt zijne erfgoederen in Humsterland aan de abdij Werden aan de Roer.
ogd0005 5 ca. 900 Lijst van inkomsten der abdij Werden uit goederen in Friesland.
ogd0006 6 26 nov. 944 Koning Otto handhaaft de Utrechtse kerk in haar jachtrecht en geeft haar de wildban in de gouw Drenthe, in het graafschap van Everhard.
ogd0007 7 maart 945 Lijst van inkomsten der abdij Fulda uit haar Friese bezittingen.
ogd0008 8 3 aug. 970 Keizer Otto bevestigt de giften, door graaf Wichman aan het klooster gedaan van goederen o. a. van die in Hunsingo, Fivelgo, de Marne en Middag.
ogd0009 9 18 dec. 996 Keizer Otto III beslist in de geschillen lusschen Adela met haar man Balderik en het klooster te Elten over de goederen door haar vader, graaf Wichman, aan dat klooster gegeven, o. a. die in Hunsingo, Fivelgo, de Marne en Middag.
ogd0010 10 ca. 1000 Lijst van inkomsten der abdij Werden uit goederen in Friesland.
ogd0011 11 24 april 1006 Koning Hendrik II bevestigt de Utrechtse kerk in haar jachtrecht en de wildban in de gouw Drenthe.
ogd0012 12 18 nov. 1006 Ansfridus, bisschop van Utrecht, schenkt goederen, o. a. de kerk te Groningen, aan het klooster Hohorst.
ogd0013 13 3 jan. 1024 Keizer Hendrik II schenkt het graafschap Drenthe aan de Utrechtse kerk.
ogd0014 14 26 juli 1025 Koning Koenraad II bevestigt de kerk van Utrecht in de jachtrechten en de wildban in de gouw Drenthe.
ogd0015 15 26 juli 1025 Koning Koenraad II schenkt het graafschap Drenthe aan de kerk van Utrecht.
ogd0016 16 tussen 1027 en 1054 Bernoldus, Bisschop van Utrecht, verklaart, dat Adolfus aan de Utrechtse kerk het goed Goor in Twente heeft geschonken, terwijl de bisschop hem daarvoor tienden in Twente en Drenthe geeft.
ogd0017 17 21 mei 1040 Koning Hendrik III schenkt aan de Utrechtse kerk eene bezitting in de villa Cruoninga in het graafschap Drenthe.
ogd0018 18 21 mei 1040 Koning Hendrik III schenkt aan de Utrechtse kerk de goederen Leermens en Eenum in het graafschap van Rodolphus, welke aan Uffo en zijn broeders bij vonnis waren ontnomen.
ogd0019 19 21 mei 1040 Koning Hendrik III schenkt aan de Utrechtse kerk de goederen Uffelte, Wittelte en Peeloo in Drenthe, welke aan Uffo en zijn broeder bij vonnis waren ontnomen.
ogd0020 20 29 dec. 1040 Hermannus, bisschop van Münster, verklaart, dat keizer Hendrik III tienden in Friesland schenkt aan het klooster Ueberwasser of St. Maria te Münster.
ogd0021 21 22 mei 1046 Koning Hendrik III schenkt aan de Utrechtse kerk het graafschap Drenthe.
ogd0022 22 1050-1062 Koning Hendrik IV bevestigt het jachtrecht des bisschops in Drenthe en beveelt de wildban der Utrechtse kerk te handhaven.
ogd0023 23 1056-1062 Koning Hendrik IV bevestigt de schenking van het graafschap Drenthe aan de Utrechtse kerk.
ogd0024 24 25 april 1057 Koning Hendrik IV schenkt aan Adelbert, aartsbisschop van Hamburg, ten behoeve van de kerk aldaar de graafschappen Hunsingo en Fivelgo met het recht om een markt op te richten te Winsum en te Garrelsweer met munt- en tolrecht.
ogd0025 25 10 april 1129 Koning Lotharius bevestigt de schenking en aan de abdij Elten, waaronder die in Hunsingo, Fivelgo, de Marne en Middag.
ogd0026 26 1133 Andreas, bisschop van Utrecht, bevestigt een schenking van Rodulfus de Steinvorth aan het klooster te Lette.
ogd0027 27 voor 13 maart 1139 Andreas, bisschop van Utrecht, draagt aan de kerk te Oldenzaal enige opbrengsten uit kerken in Drenthe over.
ogd0028 28 voor 13 maart 1141 Harbertus, bisschop van Utrecht, verklaart op verzoek van Otto, ministerialis, aan het klooster te Ruinen te hebben geschonken de kerk te Steenwijk en andere hem behorende goederen in en bij Ruinen, Meppel, Anreep, Pesse en Bunne.
ogd0029 29 ca. 1150 Lijst van kerken onder het patronaat van Corvey in het bisdom Osnabruck.
ogd0030 30 1148 Wiboldus, abt van Corvey, verpacht een bezitting der abdij in Friesland.
ogd0031 31 1152 Frithericus, bisschop van Münster, sluit een overeenkomst met de ridder Godescalcus betreffende het slot Loon.
ogd0032 32 tussen 30 maart 1152 en 9 maart 1153 Hermannus, bisschop van Utrecht, bevestigt de kerk te Blijdenstein in de door zijn voorganger geschonken goederen.
ogd0033 33 28 juni 1159 Paus Adrianus IV bevestigt de Utrechtste kerk in haar bezittingen en neemt haar in zijn bescherming.
ogd0034 34 ca. 1160 Lijst van inkomsten der abdij Werden uit goederen in Friesland en Drenthe.
ogd0035 35 11 april 1170 Godefridus, bisschop van Utrecht, verklaart, dat Henricus, abt van Ruinen, het land Selwerd, dat Lutgherus ministerialis in leen had, van deze heeft gekocht met zijn toestemming en dat hij dit goed aan die abt heeft geschonken, voorzover hij er recht op had.
ogd0036 36 1176 Het Münsterse domkapittel maakt een statuut over de verdeling der veertien obedientiae.
ogd0037 37 tussen 9 maart 1177 en 24 april 1178 Godefridus, bisschop van Utrecht geeft aan de St.-Maartensmannen een hoeve, hun door de monniken van Ruinen afgenomen, terug en schenkt deze tot schadevergoeding de grove tienden over vijf hoeven bij de Reest.
ogd0038 38 27 juni 1179 Paus Alexander III bevestigt het kapittel van St. Salvator in zijn bezittingen, o. a. in Drenthe en Groningen.
ogd0039 39 1180 of 1181 Henricus, abt van het klooster te Ruinen, geeft aan den bisschop van Utrecht een lijst der bezittingen van het klooster, in welker bezit deze het bevestigd heeft.
ogd0040 40 1188 Register der goederen van Hendrik, graaf van Dalen en heer van Diepenheim.
ogd0041 41 1200 Deken en kapittel van St. Jan te Utrecht verklaren, dat zij al hun goederen in Groningen en Drenthe aan het klooster te Ruinen hebben verkocht.
ogd0042 42 1204 Theodericus, bisschop te Utrecht, vergunt aan de bewoners van Holtpade bij de Linde een parochiekerk te stichten.
ogd0043 43 1206 of 1207 Theodericus, bisschop van Utrecht, verklaart van Fredericus, abt van Ruinen, de kerken van Steenwijk en Borne verkregen te hebben alsmede de kapel van Westerbork benevens enige tienden voor enige tienden in ruil tegen de kerk van Beilen.
ogd0044 44 1207 of 1208 Theodericus, bisschop van Utrecht, bevestigt op verzoek van Fredericus, abt van Ruinen, het klooster te Ruinen en Selwerd in zijn bezittingen in Drenthe en Vollenhove.
ogd0045 45 13 mei 1207 Willekeuren van Langewold.
ogd0046 46 1208 Theodericus, bisschop van Utrecht, schenkt enige goederen aan de Lek en aan den IJssel aan de kerk van St. Marie te Utrecht.
ogd0047 47 1209 Otto, bisschop van Münster, doet een schenking aan de nieuwe congregatie der Egidiuskerk te Münster.
ogd0048 48 1209 Theodericus, bisschop van Utrecht, ruilt als leenheer goederen met Hugo Sturm en het klooster te Ruinen.
ogd0049 49 1210 of 1211 Theodericus, bisschop van Utrecht, ruilt als leenheer goederen met Arnoldus Wilde en het klooster te Ruinen.
ogd0050 50 1211 Gervasius van Prémontre schrijft aan paus Innocentius III ter aanbeveling van Emo, die naar Rome reisde.
ogd0051 51 12 sept. 1211 Otto bisschop van Münster, verklaart de kerk te Maarhuizen tot eene parockiekerk, onafhankelijk van haar moederkerk te Baflo, tegen eene jaarlijksche rente.
ogd0052 52 1211 of 1212 Theodericus, bisschop van Utrecht, schenkt aan het klooster van Ruinen de tienden uit een hoeve te Vollenhove, welke het klooster reeds lang bezeten had.
ogd0053 53 1212 of 1213 Volkerus, ridder van Coevorden, verklaart, dat hij met zijn zoon Rodolfus aan het klooster te Ruinen tienden in Spier en in Echlen verpand heeft.
ogd0054 54 8 juni 1214 Gervasius, abl van Prémontré, schrijft aan de abten zijner orde over de kerkboeken in het klooster Bloemhof te Wittewierum.
ogd0055 55 na 8 juni 1214 Emo schrijft aan de kloosterlingen van Bloemhof te Wittewierum over zijne afschriften, te Prémontré gemaakt.
ogd0056 56 ca. 9 juni 1214 Oliverius van Keulen schrijft aan den Graaf van Namen een brief, waarin hij mededelingen omtrent zijn kruisprediking doet o. a. te Bedum.
ogd0057 57 1215 of 1216 Otto, elect van Utrecht, schenkt aan het klooster te Ruinen een tiende te Leeuwte en een tiende te Steenwijk.
ogd0058 58 28 mei 1216 Paus Innocentius III neemt het kapittel van St. Pieter in zijn bescherming en bevestigt het in verschillende bezittingen o. a. in Drenthe.
ogd0059 59 1217 Gervasius, abt van Prémontré, stelt het klooster Bloemhof onder de onmiddellijke zorg en toezicht van het klooster te Prémontré.
ogd0060 60 na 26 maart 1217 Otto, bisschop van Utrecht, bevestigt het klooster te Ruinen in verschiillende bezittingen.
ogd0061 61 na 26 maart 1217 Otto, bisschop van Utrecht, bevestigt het klooster te Ruinen in verschillende bezittingen.
ogd0062 62 na 26 maart 1217 Otto, bisschop van Utrecht, bekrachtigt de schenking van een tiende uit de hoeve Woltmaringhe te Anderen aan het klooster te Ruinen.
ogd0063 63 1219 Dirk, bisschop van Münster, bekrachtigt een vroegere overeenkomst, waarbij als getuige voorkomt Ludolfus proost van Friesland.
ogd0064 64 1 jan. 1219 Otto, bisschop van Utrecht, verklaart goed te keuren en te bevestigen de schenking van de hoeve Mildelbrinke aan het klooster te Ruinen.
ogd0065 65 16 dec. 1220 Pans Honorius beveelt de abten van Norden, Feldwerd en Aduard vrede te stichten in de gouwen Federga en Hineta.
ogd0066 66 1223 Conradus, abt van Prémontré, schrijft aan de abten van Mariengaarde, Dokkum en Lidlum over Herdricus, proost van Schildwolde, en een anderen proost.
ogd0067 67 10 jan. 1224 Otto, bisschop van Utrecht, verklaart de tienden in Gieten, behoorende bij de hof in Anlo, te hebben verbonden ten behoeve van het klooster te Ruinen.
ogd0068 68 voorjaar 1224 Conradus, abt van Prémontré, schrijft aan Herdricus, proost van Schildwolde, om zich te onderwerpen aan de regels der orde en zich onder een abdij te stellen.
ogd0069 69 voor 8 april 1224 Emo, abt van Wittewierum, klaagt bij Conradus, abt van Prémontré, over Herdricus, proost van Schildwolde.
ogd0070 70 voor 8 april 1221 Oliverus van Keulen schrijft aan de abt en het kapittel der Premonstratenser orde in zake het geschil tussen Eno en Herdricus van Schildwolde.
ogd0071 71 voor 8 april 1224 Gozwinus, aartsdeken van het domkapitiel te Keulen, beveelt de abten van Mariengaarde en Dokkum en de pastoor van Nijkerk om het appel van Emo, proost van Wittewierum, te onderzoeken.
ogd0072 72 8 april 1224 Paus Honorius geeft aan de bisschop van Münster last om de excommunicatie tegen den proost en het klooster van Wittewierum in te trekken.
ogd0073 73 8 april 1224 Pans Honorius beveelt de abten van Mariengaarde en Dokkum en den pastoor van Nijkerk de excommunicatie over Emo en zijn klooster op te heffen, wanneer dit niet door de bisschop van Münster geschiedt.
ogd0074 74 8 april 1224 Pans Honorius draagt aan de abten van Mariengaarde en Dokkum het onderzoek en de beslissing op over de klachten van het klooster Wittewierum tegen de bisschop van Münster.
ogd0075 75 april, mei of juni 1221 Gozwinus, deken te Keulen, en het kapittel van St. Pieter berichten aan Geiko, proost te Farmsum, en Emo, prior te Feldwerd, dat de opdracht aan Sigard van Mariengaarde en anderen betreffende de excommunicatie is opgeheven en het daarin gedane is vernietigd.
ogd0076 76 tussen 3 en 24 juni 1224 Oliverius van Keulen draagt bij zijn vertrek uit Friesland de zorg voor de kruisprediking op aan vier 'judices'.
ogd0077 77 13 juni 1224 Hendrik III, koning van Engeland, gelast de in beslag genornen schepen van Odo van Groningen e.a. vrij te laten.
ogd0078 78 20 juni 1224 Conradus, pauselijk legaat, schrijft aan de bisschop van Münster over diens officiaal, Herdricus van Schildwolde.
ogd0079 79 21 juni 1221 Conradus, pauselijk legaat, beveelt de abten van Mariengaarde, van Dokkum en Lidlum om Herdricus van Schildwolde, als hij den bisschop van Münster niet wil gehoorzamen of deze hem daarloe niet wil dwingen, dit te doen.
ogd0080 80 tussen 24 juni en 12 juli 1224 Oliverius van Keulen schrijft aan de Friezen over een kruistocht.
ogd0081 81 19 sept. 1224 Theodericus, bisschop van Münster, geeft een verklaring af aangaande een zoen in de twisten tussen abt Emo van Wittewierum met Münster en Herdricus van Schildwolde.
ogd0082 82 sept. of okt. 1224 Conradus, abt van Prémontré, en het kapittel der orde vaardigen aan de abten van Mariengaarde en Dokkum het bevel uit om Herdricus van Schildwolde tot gehoorzaamheid te dwingen.
ogd0083 83 ca. 1225 Lijst van opbengsten van het kapittel van den Dom te Utrecht verschuldigd.
ogd0084 84 3 jan. 1225 Hendrik III, koning van Engeland, geeft aan enige kooplieden o. a. van Groningen vergunning om handel te drijven in Engeland.
ogd0085 85 24 juni 1225 Hendrik III, koning van Engeland, geeft vergoeding van kosten aan den Groninger koopman Hendrik Lupus voor bemoeiingen in zijn belang gedaan.
ogd0086 86 19 okt. 1225 Gerard, graaf van Gelre, verklaart, met Otto, bisschop van Utrecht, te zijn overeengekomen om de tussen hen bestaande geschillen aan de uitspraak van scheidslieden te onderwerpen.
ogd0087 87 8 juni 1226 Hendrik Lupus van Groningen ontvangt vergunning om handel te drijven op Engeland tot Pasen 1227.
ogd0088 88 1 okt. 1227 Hendrik VII, Rooms koning, beveelt, overeenkomstig de uitspraak der rijksvorsten, graaf Gerhard van Gelre en de zijnen de belofte, door hen aan Rudolf van Coevorden en de zijnen gedaan, niet na te komen.
ogd0089 89 5 mei 1228 Theodericus, abt van Dokkum, I., prior van Klaarkamp en Frederik van Frekenhorst, legaat van de bisschop van Münster, doen uitspraak in de zaak van Godschalk, den kampvechter, en Geico.
ogd0090 90 zomer 1229 Vorst Mstislaw van Smolensk sluit voor zich en andere Russische vorsten een handelsverdrag met de kooplieden van Riga en op Gotland en met alle Duitsers, die de Oostzee bevaren.
ogd0091 91 25 maart 1230 Theodericus, kanunnik te Deventer, schenkt goederen aan de kerk van St. Marie te Deventer.
ogd0092 92 31 aug. 1230 Wullebrandus, bisschop van Utrecht, verleent stadrecht aan Zwolle wegens de hulk, hem wegens de Drenten verleend.
ogd0093 93 1232 Ludolf, bisschop van Münster bevestigt een scheidsrechterlijke uitspraak in een geschil van de proost en de deken van St. Mauritius over de kerk te Enniger.
ogd0094 94 21 juli 1233 Wilbrandus, bisschop van Utrecht, verklaart in bescherming te nemen het voor de zielen van zijn voorganger Otto en van hen, die met hem in den oorlog tegen de Drenten gevallen waren, gestichte klooster Marienberg.
ogd0095 95 19 mei 1235 Otto, elect van Utrecht, bevestigt den verkoop van een hoeve land nabij Utrecht aan het Duitse huis te Utrecht.
ogd0096 96 16 okt. 1236 Johannes, kanunnik te Osnabrück, verklaart, dat hij met Fredericus van Coevorden en Johannes van Pethe uitspraak heeft gedaan in het geschil tusschen het klooster te Ruinen en de ridders Johannes en Laurencius over het veen, 'Buddigwolt' genoemd.
ogd0097 97 26 aug. 1238 Paus Gregorius vaardigt een bul uit, bevattende privilegien van de kloosters der Johannieten.
ogd0098 98 febr. 1239 Otto, elect van Utrecht, geeft aan de proostdij van St. Pieter o. a. de kerk van Anloo met haar toebehoren.
ogd0099 99 2 febr. 1241 Otto, elect van Utrecht, schenkt verschillende goederen aan den deken en het kapittel van Deventer.
ogd0100 100 7 april 1241 Otto, elect van Utrecht, vaardigt een besluit uit betreffende loop, begrafenis enz. van de bewoners der twaalf hoeven in het veen van het klooster St. Marienberg in Salland.
ogd0101 101 4 juli 1241 Otto, elect van Utrecht, verklaart de aankoop van eene hoeve in Eemster goed te keuren en die hoeve aan het klooster in volle eigendom of te staan.
ogd0102 102 4 okt. 1244 Otto, elect van Utrecht en anderen geven een vidimus der oorkonde van 11 april 1170.
ogd0103 103 1 maart 1245 Paus Innocentius IV vergunt de bisschop van Münster onderscheidene misbruiken in het Friesche deel zijner diocese of te schaffen.
ogd0104 104 28 sept. 1245 Wilhelmus, bisschop van Sabina, schrijft aan de abt en het klooster van Aduard over de geldsom, belaald voor het patroonrecht te Stedum.
ogd0105 105 14 nov. 1245 Het bestuur en de inwoners van Groningen verklaren, dat Alfgerdis en haar twee zoons goederen aan het klooster Jesse hebben verkocht.
ogd0106 106 20 dec. 1245 Otto, bisschop van Utrecht, verklaart, dat hij als elect aan de proosidij van St. Pieter te Utrecht onder zekere voorwaarden o. a. de kerken van Anloo en Ommen heeft geschonken.
ogd0107 107 1246 Lübeck sluit een verdrag met Lijfland.
ogd0108 108 maart 1247 Otto, bisschop van Utrecht, bevestigt de schenking, door Otto van Ruinen in 1141 aan het klooster te Ruinen gedaan.
ogd0109 109 maart 1247 Otto, bisschop van Utrecht, verklaart, dat hij de tienden van twee hoeven te Appelscha heeft overgedragen aan het klooster te Ruinen.
ogd0110 110 4 april 1247 Otto, bisschop van Utrecht, verheft de Akerk te Groningen tot een parochiale kerk.
ogd0111 111 11 jan. 1248 Otto, bisschop van Utrecht, verklaart, dat hij aan het klooster te Ruinen de novale tienden, bij den hof van Dikninge behorende, heeft overgedragen.
ogd0112 112 18 okt. 1249 Twee Egberts, prefecten van Groningen, geven een verklaring in een geschil over enige 'were' tussen de abdis van het convent Jesse en ingezetene van Kropswolde.
ogd0113 113 ca. 29 maart 1250 Hermannus van Loon, zijn vrouw Euffemia en zijn zoon Henricus van Borculo verklaren de eigendom van goederen en het patronaatsrecht te Lhee aan de kerk te Ruinen te hebben geschonken.
ogd0114 114 20 okt. 1250 Henricus, elect van Utrecht, schrijft aan de pastoor van Anloo, dat hij abt en convent van Aduard verlof heeft gegeven om in al zijn landen, inzonderheid te Groningen, handel te drijven.
ogd0115 115 16 febr. 1251 Otto, bisschop van Münster, sluit een verdrag met de Friesche Brockmannen.
ogd0116 116 ca. 1250 Aantekening omtrent de inkomsten van het Utrechtse domkapittel te Groningen.
ogd0117 117 15 aug. 1251 Henricus, bisschop van Utrecht, keurt goed de beschikking van Henricus Pape en Bernardus Buizinc over tienden te Appelscha en Paasloo ten voordeele van het klooster te Ruinen.
ogd0118 118 1252 De keuren van Hunsingo.
ogd0119 119 maart 1253 Henricus, bisschop van Utrecht, geeft op verzoek van abdis en convent van Marienkamp bij Coevorden verlof dit convent naar Balderhaar en Sibculo over te brengen.
ogd0120 120 14 aug. 1254 Frethericus, abt te Rottum, verklaart uitspraak te hebben gedaan in een geschil tussen Hermanus van Noordlaren en zijn zonen en het convent te Ruinen over enige tienden in Anderen.
ogd0121 121 17 sept. 1254 Otto, graaf van Bentheim, doet met toestemming van enige zijner leenmannen een schenking aan het klooster Marienkamp bij Coevorden.
ogd0122 122 9 aug. 1256 Deken en kapittel der kerk van Oldenzaal dragen de pachten der zeven kerken in Drenthe over aan de St. Clemenskerk te Steenwijk.
ogd0123 123 28 febr. 1257 Rechters en oldermans te Groningen verkopen onroerend goed op de Tie aan Bernard, zoon van vrouw Godeweris, vrij van de last van overweg.
ogd0124 124 16 mei 1257 Hendrik III, koning van Engeland, neemt op verzoek van zijn broeder, de Rooms-koning Richard, de kooplieden van Groningen in bescherming.
ogd0125 125 7 juni 1257 Paus Alexander IV machtigt de abt van Klaarkamp aan het klooster van Aduard opnieuw de kerk van Stedum te geven met haar patroonaatsrecht en haar bezittingen.
ogd0126 126 9 juni 1258 De bewoners van Fivelgo sluiten een verbond met de stad Groningen.
ogd0127 127 12 juli 1258 Henricus, bisschop van Utrecht, keurt goed een verkoop van tienden uit Rentinghe goed te Leggelo aan het klooster te Ruinen.
ogd0128 128 31 okt. 1259 Otto, graaf van Bentheim, keurt als leenheer goed den ruil van goederen tusschen Hako van Hardenberg en het klooster Marienkamp bij Coevorden.
ogd0129 129 27 febr. 1261/1262 Henricus van Borculo keurt goed de verkoop aan het klooster te Ruinen van tienden uit de hof te Dikninge door Rodolfus van Ansen, die daarvoor andere goederen in de plaats zal stellen.
ogd0130 130 1262 Henricus Papinc verklaart met vrouw en zoon onder toestemming van zijn leenheer Otto van Bentheim aan het klooster te Ruinen een hof te Eemster verkocht te hebben.
ogd0131 131 1262 De ingezetenen van Zuidlaren verkopen aan de abdij van Aduard de venen en weiden, aan de rivier de Hunze tussen Gronesbeke en Prumesleke gelegen.
ogd0132 132 14 febr. 1262/1263 De overheid van Groningen verklaart onroerend goed aan Sibrandus Umelop en Otto Buninge te verkopen.
ogd0133 133 19 juli 1263 Gerardus Clenke en Hake van Hardenberg verklaren met Henricus, bisschop van Utrecht, een overeenkomst te hebben aangegaan over de bewaring van het kasteel Coevorden.
ogd0134 134 11 sept. 1263 Henricus, bisschop van Utrecht, vergunt met toestemming zijner ministerialen in Salland, dat het klooster te Ruinen goederen aldaar blijft behouden, zoals het die bezat.
ogd0135 135 1264 De ingezetenen van Zuidlaren en de abdij van Aduard sluiten een nadere overeenkomst over de venen en weiden tussen Gronesbeke en Prumesleke, over de 'were' bij Everdeswolde, het visrecht van Gronesbeke tot aan het Zuidlaarder meer enz.
ogd0136 136 1 juli 1264 Paus Urbanus gelast den abt van Aduard aan den priester Remdo van Lieuwerderwolde de kerk van Roderwolde te verschaffen.
ogd0137 137 3 juli 1264 Paus Urbanus schenkt aan Evergerus van Middag de kerk te Lieuwerderwolde.
ogd0138 138 3 juni 1264 Paus Urbanus beveelt de abt van het klooster Aduard om Evergerus van Middag in het bezit van de hem geschonkene kerk te stellen.
ogd0139 139 23 okt. 1265 Gerhardus, bisschop van Münster, verklaart, dat het klooster St. Aegidius te Münster een hoeve heeft gekocht van Hermannus van Langen.
ogd0140 140 8 juni 1266 Otto, graaf van Bentheim, verkoopt aan Egbertus de Groninge zijn land in Hamme.
ogd0141 141 27 maart 1267 Paus Clemens draagt aan de bisschop van Utrecht op een kerkhof ten behoeve van het Heilige-Geest-gasthuis te Groningen te wijden.
ogd0142 142 22 mei 1268 De abt van Selwerd, als gemachtigde van de deken van Emmerik, doet uitspraak in een geschil tussen de persona van Groningen en het klooster Essen over goederen in Kropswolde.
ogd0143 143 29 juni 1273 Sophia, weduwe van Rodolfus van Ansen, en haar zonen verklaren een jaarrente te hebben verkocht aan Bernerus, abt van Ruinen.
ogd0144 144 4 okt. 1273 Hildeboldus, aartsbisschop van Bremen, verleent de abt en het convent van Aduard de vrijheid om met hun schip te Hamburg te komen, zonder Stade aan te doen.
ogd0145 145 30 april 1275 Hendrik van Borculo, burggraaf van Coevorden, verleent de grove en smalle tienden in Echterveen en Zuidwolde naar Zutfensch leenrecht aan Rudolf van Eckten.
ogd0146 146 1276 Aantekening over de waarde van het Friesche en het Groninger schild.
ogd0147 147 18 maart 1276 Enige abten en andere geestelijken doen uitspraak in een geschil over kerkelijke boeten en inkomsten tussen bisschop Everhard van Münster en de vier Friesche landen zijner diocees.
ogd0148 148 22 juli 1276 Hinricus van Borculo, burggraaf van Coevorden, verklaart met twee andere personen een uitspraak te hebben geveld in een geschil tussen het klooster van Assen en de ingezetenen van Dalen.
ogd0149 149 24 okt. 1276 De overheden van Reiderland, Eemsgo, Oldambt en Broekmerland sluiten een verdrag met Everhard, bisschop van Münster.
ogd0150 150 24 okt. 1276 De overheden van Eemsgo en Broekmerland verklaren, dat ook voor Reiderland en Oldambt met de bisschop van Münster een verdrag hebben aangegaan.
ogd0151 151 24 okt. 1276 De overheden van Eemsgo en Broekmerland verklaren, dat zij de bewoners van Reiderland en Oldambt zullen bewegen het met Everhard, bisschop van Münster, geslotene verdrag mede aan te gaan.
ogd0152 152 1 nov. 1276 De overheden van Groningen geven een verklaring omtrent een beschikking door vrouw Menoldis over eenige goederen, merendeels bij de begijnen in gebruik.
ogd0153 153 18 nov. 1276 Egbert, prefect van Groningen, de oldermans der stad en de schulte van Eelde doen uitspraak in een twist over tienden te Glimmen tussen de familie van ridder Thezo en het klooster Essen.
ogd0154 154 21 febr. 1278 De overheden te Groningen doen uitspraak in een geschil betreffende een uitweg over een heem naar de Ebbingestraat aldaar.
ogd0155 155 25 nov. 1281 Eggerdus, abt van Aduard, verklaart met Everhardus bisschop van Münster, enig onroerend goed te hebben geruild.
ogd0156 156 22 maart 1282 E... deken van Drenthe en Egbertus, prefect van Groningen, verklaren, dat de kapel te Wolfsbargen losgemaakt wordt van de kerk van Noordlaren.
ogd0157 157 18 juni 1282 Willekeuren van Langewold.
ogd0158 158 2 jan. 1283 Het klooster Werden verkoopt aan de bisschop van Münster de hof te Weener en al zijn bezittingen in Drenthe en Friesland.
ogd0159 159 17 mei 1283 Johannes, elect van Utrecht, en Goswinus, proost te Oldenzaal, doen uitspraak in een geschil tussen de abt van Ruinen en de deken en het kapittel te Deventer over tienden bij Avereest en Staphorst.
ogd0160 160 4 juli 1283 Bernerus, abt van Ruinen, verklaart met de ingezetenen van Westerbork over het collatierecht van de kerk aldaar een overeenkomst te hebben gesloten.
ogd0161 161 10 aug. 1283 De ingezetenen van Mentene en de bewoners van Groningen sluiten een verdrag met bepalingen omtrent de rechtspraak.
ogd0162 162 14 sept. 1283 Bij overeenkomst wordt bepaald, dat Selwerd voortaan zal behoren onder het gerecht van de prefect van Groningen.
ogd0163 163 17 april 1284 Gerhardus Mensinge en de ingezetenen van Zuidlaren komen overeen omtrent de betaling der tienden aldaar aan Gerhardus voornoemd.
ogd0164 164 29 mei 1284 Everhard, bisschop van Münster, verklaart enige vroeger van Werden gekochte goederen in Friesland te hebben verkocht en overgedragen aan het klooster der Johannieten te Steinfurt.
ogd0165 165 2 juli 1284 Everhard, bisschop van Münster, bevestigt de overdracht van het patronaatrecht over de kerk te Bedum aan het klooster Germania te Thesinge.
ogd0166 166 28 okt. 1284 Aleid, echtgenoot van Bartold Radinc, en haar zonen Wolter en Barlholomeus beloven het kleed der Duitsche orde in het huis bij Utrecht te zullen aannemen en schenken daaraan al hunne goederen.
ogd0167 167 1 dec. 1284 Egbert, prefect, en overheden van Groningen verklaren, dat Johannes Pluckerose bij testament zijn huis en andere goederen te Groningen vermaakt aan zijn vrouw en zijn dochter en de andere met haar wonende vrouwen.
ogd0168 168 8 april 1285 Egbert, prefect van Groningen, Adolf zijn zoon, Otto, ridder van Groningen, en Snelger van Scharmer doen uitspraak in een geschil tussen de abt en het convent van Aduard ter ener en de ingezetenen van Osterwalda en Gha ter andere zijde over een dam, in het water 'de Growe' gelegd.
ogd0169 169 19 mei 1285 Het domkapittel te Münster bevestigt de verkoop van de goederen te Holtgast en Winsum aan het klooster der Johannieten te Steinfurt.
ogd0170 170 9 aug. 1285 Hermannus Busseel, burger van Groningen, verklaart van Everhard, bisschop van Münster, de hof te Baflo onder zekere voorwaarden levenslang in pacht te hebben ontvangen.
ogd0171 171 31 okt. 1285 Koning Magnus van Zweden doet uitspraak in de twist tussen koning Erik van Noorwegen en zeven Hanzesteden, en vergunt Kampen, Staveren en Groningen klachten in te brengen en zich bij het gesloten verdrag aan te sluiten.
ogd0172 172 31 okt. 1285 De stad Wismar verzoekt een aantal Westfaalsche en Hollandsche steden, waaronder Groningen, ter beeindiging van de twist met Noorwegen gezanten naar de scheidsrechter, de koning van Zweden, te zenden.
ogd0173 173 ca. 1286 Tien Duitsche kooplieden te Lynn geven onder borgstelling tien pond sterling ter leen tot redding van goederen van schipbreukelingen.
ogd0174 174 4 jan. 1287 Henricus van Eelde en zijn zonen verklaren aan het klooster te Assen een schenking van tienden te hebben gedaan.
ogd0175 175 17 aug. 1287 De ingezetenen van Menterwolde en de bewoners van Groningen sluiten een verdrag met bepalingen omtrent de rechtspraak.
ogd0176 176 1288 Agnes, weduwe van Henricus de Borclo, schenkt een jaarlijkse opbrengst van rogge aan het klooster Bethlehem bij Doetinchem.
ogd0177 177 11 dec. 1288 Henricus Hildeboldinga en zijn zoon verklaren hun hoeve te Duurse met toebehoren aan het klooster te Assen te hebben verkocht.
ogd0178 178 2 juli 1289 De officiaal van Keulen draagt aan de abt van Wittewierum en de proost van Oosterloo de uitspraak op in een geschil tussen Sibrand Hescelinga en de elect van Utrecht over het patronaat der kerk te Ferwerd.
ogd0179 179 11 dec. 1289 Gisbertus van Buchorst schenkt aan het huis der Duitsche orde te Utrecht het patroonaatrecht van de kerk te Eelde.
ogd0180 180 april 1290 De officiaal van Keulen neemt de opdracht van 2 juli 1289 terug en beveelt de abt van Selwerd om Sibrand Hescelinga en de abt van Foswerd voor de aartsbisschoppelijke rechtbank te dagen.
ogd0181 181 29 juli 1290 Keizer Rudolf schenkt aan graaf Reinald van Gelre dat gedeelte van Friesland, hetwelk niet aan de graaf van Holland behoort.
ogd0182 182 29 juli 1290 Keizer Rudolf beveelt prelaten, vorsten en edelen van Friesland de graaf van Gelre in Friesland behulpzaam te zijn.
ogd0183 183 24 aug. 1290 'Volkerus, miles de Echten' verkoopt aan de bewoners van zijn land te Koekange een boterpacht en geldpacht, te heffen uit de tienden binnen en buiten huis.
ogd0184 184 29 sept. 1290 Hubert, proost van St. Marie te Utrecht, doet uitspraak in een geschil tussen het kapittel van St. Pieter en de erven van Rodolphus, zoon van Nicolaus van Uffelte, over hun rechten op de hof aldaar.
ogd0185 185 15 mei 1291 Paus Nicolaas bevestigt het klooster te Thesinge in het patronaatrecht over de kerk te Bedum.
ogd0186 186 31 mei 1291 Proost en kapittel van St. Pieter te Utrecht sluiten een overeenkomst over de uitkeeringen, door de proost aan de leden des kapittels te doen.
ogd0187 187 24 juni 1291 De overheden van de stad Groningen, de burggraaf van Coevorden en het landschap Drenthe verbinden zich tot onderlinge verdediging en bescherming.
ogd0188 188 5 juli 1291 Het klooster te Rottum verkoopt enig land onder Kropswolde aan het klooster te Essen.
ogd0189 189 29 febr. 1292 De consules van Groningen bekrachtigen de wetten en instellingen van het Vrouw-Menoldaconvent in Groningen.
ogd0190 190 22 nov. 1292 Godefridus, pastoor van Beilen, verklaart bevonden te hebben, dat het genot der tienden te Holte toekomt aan de pastoor van Beilen.
ogd0191 191 23 febr. 1293 Egbertus, graaf van Bentheim, met zijn vrouw en kinderen verklaren hun geschil met de stad Groningen te hebben vereffend.
ogd0192 192 5 mei 1291 De geestelijken van Drenthe verzoeken de bisschop van Utrecht een rechter aan te stellen in de twist tussen de familie van ridder Thiszo en het klooster Essen.
ogd0193 193 19 aug. 1294 Rodolphus Weiger verklaart met enige andere aan het klooster te Assen onroerend goed aldaar te hebben verkocht.
ogd0194 194 9 maart 1295 Johannes, bisschop van Utrecht, richt het kapittel der St. Clemenskerk te Steenwijk op en benoemt tot eerste deken de priester Wigherus van Steenwijk.
ogd0195 195 9 juni 1295 De ingezetenen en de dijkreckters van 't Zandt geven wetten en verordeningen voor de ingedijkte landen.
ogd0196 196 21 maart 1296 Johannes, bisschop van Utrecht, bevestigt de door zijn voorganger Otto aan de inwoners van Oldenzaal verleende voorrechten.
ogd0197 197 4 juni 1297 Ecbertus, heer van Almelo, maakt een beschikking over de verdeling van zijn goederen onder zijn voorkinderen en zijn vrouw.
ogd0198 198 6 dec. 1297 Willelmus, bisschop van Utrecht, verklaart de verkoop van onroerende goederen door een van zijn achterleenmannen aan het klooster te Assen goed te keuren en in plaats van de verkochte, mede ten behoeve van de leenman, andere in het leenverband te hebben op genomen.
ogd0199 199 1298-1304 Register van de inkomsten van de proostdij van St. Pieter te Utrecht uit goederen in Drenthe.
ogd0200 200 1298-1304 Register van de inkomsten van de proostdij van St. Pieter te Utrecht uit goederen in Twente gelegen.
ogd0201 201 15 april 1298 Willelmus, bisschop van Utrecht, geeft vrijgeleide aan de burgers van Groningen.
ogd0202 202 29 april 1298 Jan I, graaf van Holland en Zeeland, stelt zijn havens te Dordrecht en elders in zijn land open voor de kooplieden van Groningen.
ogd0203 203 7 febr. 1299 Paus Bonifacius gelast de proost van de St.-Paulusabdij te Utrecht Johannes Plucrose ter eener, en Menzo Plucrose benevens zeven begijnen van Groningen ter andere zijde, voor zich te dagvaarden en hun geschil over enige goederen te beslechten.
ogd0204 204 25 april 1299 Albertus, Roomsch koning, bevestigt de door zijn vader, keizer Rudolf, aan graaf Reinald van Gelre gedane schenking van geheel Friesland uitgezonderd het deel, dat aan de graaf van Holland behoorde.
ogd0205 205 ca. 1300 De monniken van het predikherenconvent en die van het Minderbroederklooster te Utrecht geven een vidimus van de oorkonde van 29 april 1298, door graaf Jan I ten behoeve van Groningen gegeven.
ogd0206 206 1 mei 1300 Klauwregister van Warffum en de Breede.
ogd0207 207 13 juli 1300 De overheden van Groningen keuren goed de voor het Vrouw-Sywenconvent aldaar geldende bepalingen omtrent het vermogen van de inwonende vrouwen.
ogd0208 208 20 okt. 1300 Paus Bonifacius bevestigt het klooster te Thesinge in het bezit van de kerk te Bedum.
ogd0209 209 11 nov. 1300 Stephanus van Wiscke en zijn zoon Hendrik schelden aan leden van de geslachten Eminge en Hebelinge van Middelstum en Huizinge zekere verplichting tot een jaarlijkse rente.
ogd0210 210 1301 A., abt van het klooster te Ten Boer, doet als scheidsrechter uitspraak in een geschil over het onderhoud van een dijk tussen de ingezetenen van Garmerwolde ter ene zijde en het klooster van Ten Boer met de ingezetenen van dit dorp en die van Hemerwolde ter andere zijde.
ogd0211 211 27 maart 1301 De prior der St. Paulus-abdij te Utrecht gelast de pastoors van de Martini- en de St. Walburgskerk te Groningen om zeven begijnen voor hem te dagvaarden ter behandeling van een geschil over een stenen huis.
ogd0212 212 5 juni 1301 Schepenen en Raad van Deventer verklaren, dat Gelmarus van Groningen en zijn vrouw onroerend goed aan het Heilige-Geestgasthuis te Deventer verkochten met recht van wederinkoop.
ogd0213 213 4 juni 1301 De prior der St. Paulus-abdij te Utrecht bericht aan Johannes Plucrose en de pastoors van de beide hoofdkerken te Groningen zijn uitspraak in diens geschil met enige begijnen.
ogd0214 214 31 juli 1301 De gezamenlijke priesters en geestelijken in Drenthe verklaren te bevestigen de op de seend te Vries gewezene uitspraak in een geschil over tienden te Benneveld tussen Rotger van Eelde, ridder, en het klooster te Assen.
ogd0215 215 20 okt. 1302 De markegenoten van Witten dragen onroerend goed aldaar aan het klooster te Assen over.
ogd0216 216 29 okt. 1302 Osdo prior, en het convent van Selwerd, erkennen na de dood van de abt Gerardus Been geen recht te hebben op de hof te Baflo, die deze van Otto,bisschop van Münster, had gepacht.
ogd0217 217 29 maart 1304 Scheidsrechters doen uitspraak in een geschil over tienden tussen het klooster van Assen en Rotger van Eelde, schulte van Drenthe.
ogd0218 218 19 juni 1303 De rechters van de dijk tussen Omptata Tya en Delfzijl stellen bepalingen vast betreffende de dijk.
ogd0219 219 1 juli en 19 aug. 1303 Lijst van warenuitvoer uit de haven van Boston.
ogd0220 220 14 febr. 1304 De overheden van Groningen verklaren, dat Ave, weduwe van Gysekinus Capella, en haar vijf zonen aan de begijnen van het nieuwe Menyldis-convent het erf, waarop het oude is gebouwd, verkochten en overdroegen.
ogd0221 221 14 april 1304 Deken en kapittel van St. Pieter te Utrecht verklaren aan het klooster te Assen een erf gelegen te Witten verkocht te hebben met voorbehoud van den eigendom.
ogd0222 222 25 april 1304 Berta, abdis van het klooster te Assen, verklaart, dat het kapittel van St. Pieter te Utrecht aan genoemd klooster een erf te Witten heeft verkocht, en van een ander de eigendom zal behouden.
ogd0223 223 28 april, 29 mei of 28 juni 1304 Paus Benedictus draagt aan de abt van Oldeklooster in de Marne op om de teruggave der aan het Johanniterklooster te Wijtwerd ontvreemde goederen te bevorderen.
ogd0224 224 8 aug. 1304 Henricus, ridder van Kuinderzijl, doet als scheidsrechter uitspraak in het geschil tussen de abt Rodolfus van Ruinen en de proost Utetus van Haskerconvent over goederen te Staphorst.
ogd0225 225 13 mei 1306 Tiade en Ludolphus, pastoors van de kerken van Farmsum en Weiwerd geven een verklaring omtrent de verplichting van enige dorpen tot herstel van de Farmsumer waterloop.
ogd0226 226 15 sept. 1306 Koning Eduard I van Engeland herroept het bevel tot inbeslagneming der Groningse goederen en waren wegens schade, door kooplieden van Groningen aan die van Boston toegebracht.
ogd0227 227 1308 De overheden van Fivelgo en de burgers van Appingedam verklaren de bisschop van Utrecht, dat de markten te Groningen onveilig zijn wegens de heersende twisten, en beloven die te Appingedam te zullen beveiligen.
ogd0228 228 19 jan. 1309 Ludolf van Gronebeke, prefect van Groningen, verklaart het huis van Lutbertus Heddinga en enige andere gebouwen te Groningen aan het klooster der predikheren te Winsum te hebben geschonken,.
ogd0229 229 19 febr. 1309 Ghye, bisschop van Utrecht, doet uitspraak tussen Ludolf, prefect van Groningen, met zijn aanhangers en de Westerpartie over de onlusten aldaar.
ogd0230 230 15 juni 1309 De Raad van Groningen bevestigt de verkoop van het Zijlmaar door de weduwe en de zoons van Johannes Minsonis aan het klooster Essen en de ingezetenen van Helpman.
ogd0231 231 9 febr. 1310 Philippus, deken te Steenwijk, en Wicherus, pastoor te Vries en deken van Drenthe, verklaren de oprichting van een kerk te Havelte namens Guido, bisschop van Utrecht, te hebben toegestaan.
ogd0232 232 11 juni 1310 De ingezetenen van Havelte en Uffelte verbinden zich tot de betaling van de door hen wegens de afscheiding van hun kerk aan de deken en het kapittel der kerk te Steenwijk verschuldigde opbrengsten.
ogd0233 233 7 nov. 1310 Ghy, bisschop van Utrecht, geeft nadere verklaring van zijn uitspraak in de twisten te Groningen (vgl. ogd0229).
ogd0234 234 26 dec. 1310 De bestuurders van Drenthe verzoeken de ingezetenen van Vollenhove, Kampen, Zwolle, Hasselt, Steenwijk, Giethoorn enz. om de Drentse ingezetenen, die het gewest hebben aangevallen, niet te herbergen of te verdedigen.
ogd0235 235 17 febr. 1311 Ghie, bisschop van Utrecht, doet nadere uitspraak in de twist tussen Ludolf van Selwerd en zijn partij en de Westerpartij.
ogd0236 236 5 juli 1311 Enige Drenthe en Groningse geestelijken verklaren de banvonnissen van de Bisschop van Utrecht, gericht tegen de Friezen in Stellingwerf en Schoterwerf in hunne kerken te hebben afgekondigd.
ogd0237 237 20 juli 1311 Eduard, koning van Engeland, geeft een bevelschrift tot teruggave van goederen van Keulse kooplieden in beslag genomen naar aanleiding van een zeeroof, gepleegd vermoedelijk door vreemde o. a. Groningse rovers.
ogd0238 238 27 aug. 1311 Eduard, koning van Engeland, beveelt de teruggave van een schip, toebehoorende aan kooplieden van Staveren en hun ontnomen op grond van een bevel tot inbeslag neming van de goederen van de kooplieden van verschillende steden, waaronder Groningen.
ogd0239 239 23 dec. 1311 Eduard, koning van Engeland, gelast de uitlevering van het aan de Groninger Brunard le Clerk ontnomen goed.
ogd0240 240 22 juli 1312 Guido, bisschop van Utrecht, geeft een vidimus van de oorkonde van maart 1253 en verklaart, dat het klooster Marienkamp niet naar Balderhaar of Sibkelo maar naar Assen is verplaatst, en dat hij dit klooster met bijbehoorende goederen onder zijn bescherming neemt.
ogd0241 241 28 april 1313 Het klooster te Aduard sluit met de zijlvesten van Lieuwerderwolde en van Peize, Roderwolde en Foxwolde een overeenkomst over een sluis en een derwaarts stroomend water.
ogd0242 242 1 mei 1313 Johan van der Ese verklaart met Herman Vleisch overeengekomen te zijn om zijn zoon Herman, dochterskind van Engelbert van Peize te verloven met Lise, dochter van Herman Vleisch.
ogd0243 243 16 juni 1313 Johannes, graaf van Bentheim, en zijn vier broeders verklaren aan Eylardus de Turri verschillende goederen 'to borchlene' te hebben gegeven.
ogd0244 244 7 aug. 1313 Henricus en Albertus, gebroeders, zonen van Gerardus, horigen der Kerk van Utrecht, verklaren de hof te Emmen in erfpacht te hebben genornen.
ogd0245 245 23 okt. 1313 Rodolphus van Peize verklaart de helft van zijn tienden te Benneveld aan de buren aldaar te hebben verkocht.
ogd0246 246 2 mei 1314 Willem, graaf van Holland, bevestigt de tolvoorrechten, vroeger aan de Groninger schepen toegestaan.
ogd0247 247 20 juni 1314 Both en Leffardus, gebroeders, verklaren van de bisschop van Utrecht de hof te Anloo met toebehooren in erfpacht te hebben genomen.
ogd0248 248 4 mei 1315 Renoldus van Coevorden verklaart, dat het geschil tussen hem en het klooster te Assen over het broek tussen Veenhuizen en Padhuis bij uitspraak van scheidslieden is beslecht en neemt enige daaruit voortvloeiende verplichtingen op zich.
ogd0249 249 10 mei 13151 De inwoners van Augustinsga verbinden zich de weg, genaamd de Claigawe, te zullen onderhouden.
ogd0250 250 18 jan. 1316 Lodewijk, bisschop van Münster, neemt de ingezetenen van Westerwolde in bescherming onder zekere verplichtingen hunnerzijds.