Pontianus, abt en de conventslieden van Selwerd, en de buren van Paddepoel verklaren dat zij aan de abt en conventslieden van Aduard toestaan dat de Wierumer hamrik door hun land en grondzijl uitwatert naar de Aduarderzijl.

Item abt Pontian yn Selverdt van de
grondtzijel. Wij Pontianus abt toe
Selverdt end gemene conventeslueden
end gemene bueren van den Paddepoel
bekenne end betuegen yn desen openen
brieve dat wij gelovet hebben end
loeven den abt end den gemenen
conventeslueden van Adverdt dat
weerdt saeke dat Wymer Hemryck
yn thokomenden tijden waeteren
solde oefte mochte tho Adewerder
zijel dat wij hem dat sullen gunnen
sunder wedderspreken dat sie meir
moegen waeteren doer unse [doorgehaald: landt]
end doer unsen grontzijel bueten
hoeren schaeden. Yn orkonde der
warheit, so hebben wij Pontianus, abt
vorgesc. voer uns ende om der bueren
beyde willen unsen conventesseghel
ahn dessen brieff gehangen. In 't jaer
uns Heren duesent vierhondert end
vivendertich op Sunte Ludgerus dach
m cccc end xxxv etc.

x

x

Archiv	Groninger Archieven
Bestand	H.A. Farmsum
Zugangsnummer	619
Inventarnr.	0090
Fol. Nr.	pag. 005
Findbuch	Zum Findbuch
Jahr	1435
Datumcode	Ludger

x

x

Material	papier