Frederik, bisschop van Utrecht, verklaart te hebben afgerekend met de erfgenamen van Zweder van Hekeren, geheten van Rechteren, wegens zijn beheer als ambtman van Drenthe en Coevorden.

Frederic, bi der genaden Gaits bisscop tUtrecht, maken kont allen luden, dat Sweder van Heker, geheiten van Rechteren, die unse amptman twesen
plach, den Gait genedich si, tevoren ende nae sine erfgename guede bescheide rekeninge ende bewisinge gedain hebben van allen upboren ende
uytgeven, dat Zweder tevoren ende nae sine erfgename van unser wegen upgeboirt, untfangen ende uitgegeven hebben van unsen ampte van Drynthe
ende van Covorden ende van unsen rentampt ende van allen anderen saken, van der tijt, dat Zweder vurg. yrst bevelinge van uns krech, thent up
desen dach toe. Ende wij bedancken denselven Sweder ende sine erfgename dairaff ende loeven hour rekeninge, beide upboren ende uitgeven , nae
inhalt der rekenboeke, die se uns dairaff gelevert ende avergegeven hebben , ende bekennen, dat wij alle saken tot desen daige toe myt Zweder
vurg. ende mit sinen erfgename geslicht ende geeffent hebben. In oirkunde etc. Gegeven int jair uns Heren dusent vierhondert ende vijve des
XXIten dages in Januario.

x

x

Fonds	Oorkondenboek Groningen en Drenthe
Nr	1203
Olim	Naar het Liber officiatorum van Frederik van Blankenheim (Inv. van het Archief der Bisschoppen, no. 10), fol. 15, in het rijksarchief te Utrecht.
Jaar	1405
Datumcode	2101

x

x

Materiaal	papier

x

Edities	P.J. Blok e.a., Oorkondenboek van Groningen en Drente, II (Groningen 1899), nr. 1203.